Missie en visie

Missie

Ieder mens is uniek. Er zijn verschillen in talenten, ontwikkelingen, belangstelling, begaafdheid en motivatie. Op onze school willen we bij deze verschillen aansluiten. Kinderen mogen zich gewaardeerd en daardoor ook thuis voelen bij ons op school. Deze veilige basis is, samen met goede lessen, onmisbaar voor kinderen om zich goed te kunnen ontwikkelen.

Op onze school ontdekken kinderen waar ze goed in zijn, wat ze leuk vinden, waar ze blij van worden. Wij zien het als onze opdracht om samen met de ouders kinderen te laten ontdekken dat ze met al hun mogelijkheden en hun beperkingen fantastisch zijn zoals ze zijn. Wij willen kinderen laten zien en ervaren dat God een bedoeling heeft met ieder van ons. Daarom is dit onze missie:

Basisschool De Parel: waar ieder kind geliefd, gezien en gekend wordt! 

Visie

Om onze missie vorm te geven gaan wij op de Parel voor GOUD. We willen een veilige leeromgeving creëren waarin kinderen zich Geborgen voelen, zodat ze zich optimaal kunnen Ontplooien. Dit doen we onder andere door het aanbieden van passend en Uitdagend onderwijs ondersteund door thema’s. We moedigen kinderen aan Durf en Daadkracht te tonen.

In de dagelijkse praktijk betekent dit dat wij gaan voor een sterke basis: doelbewust en betekenisvol onderwijs. We geloven in de kracht van spelend leren en thematisch onderwijs in de onder- en middenbouw. Vanuit deze betekenisvolle context wordt in de bovenbouw de stap gemaakt naar meer formeel leren zodat ze voorbereid zijn op de stap naar de middelbare school.

 

Missie en visie in de praktijk

Geliefd, gezien en gekend

Geliefd houdt in dat we allemaal door God geliefd zijn en dat we daarom elkaar mogen liefhebben. Gezien betekent dat we de tijd willen nemen om elkaar te zien zodat we elkaar begrijpen. Gekend houdt in dat we elkaar echt willen leren kennen van mens tot mens en in de onderwijssetting van de Parel willen ontdekken hoe kinderen zich kunnen ontplooien, leren leren, kennis en vaardigheden opdoen, ontwikkelen en versterken.

Geliefd, gezien, gekend betekent ook dat we onze kinderen het beste onderwijs gunnen maar dat we dat niet altijd op de Parel kunnen realiseren. Dan zoeken we met externen en andere scholen hoe dat onderwijs vormgegeven kan worden. Dat kan in enkele situaties binnen de Parel gerealiseerd worden en soms verwijzen we naar het SBO of SO

Onderwijs door de schoolloopbaan heen

Ieder kind gaat in zijn leven verschillende ontwikkelingsfases door. In ons onderwijs proberen we zo veel mogelijk aan te sluiten bij deze ontwikkelingsfases. Dat zorgt ervoor dat het onderwijs door de schoolloopbaan verschillende vormen kent.

Onderbouw

In de onderbouw staat binnen de thema’s het spel centraal. Dit betekent concreet dat de kinderen bij de kleuters op veel momenten aan het spelen zijn. Hierbij maken we onderscheid tussen spel zonder vastgelegd doel en spelletjes met een vaster karakter en met een doel. Dit zou je ook activiteiten kunnen noemen, maar naar de kinderen toe kiezen we voor de term: een spelletje. Het spel is doel op zich, het gaat om het proces. Het kind ervaart plezier of betrokkenheid en is actief. Het spel is vrijwillig, en heeft zijn eigen regels, de kinderen geven zelf betekenis aan materialen.

We geloven dat kinderen leren en ontwikkelen met al hun zintuigen. Daarom is spel ook zo belangrijk; zo kunnen kinderen dingen ervaren, voelen en zich eigen maken. Ze gebruiken hiervoor hun hele lijf. In de school wordt daarom ook ‘bewegend leren’ ingezet.

Ieder kind geliefd, gezien en gekend willen wij zorgvuldig vormgeven en begeleiden. Dat kan door kinderen de ruimte te geven zichzelf te zijn en op hun eigen tempo te ontwikkelen.  Wij als leerkrachten sluiten aan bij de ontwikkeling van het kind. Dus als we in de bouwhoek bezig zijn met het bouwen van dierentuinen, maar een leerling wil graag een kasteel bouwen, dan kan dit. De leerkracht heeft de doelen in het achterhoofd en volgt de kinderen in hun ontwikkeling en stimuleert en verdiept het spel door aan te sluiten bij de zone van naaste ontwikkeling.

Middenbouw

In de middenbouw wordt deze lijn van spelend leren binnen thematisch onderwijs doorgezet. Thematisch werken stimuleert het leren door alles in een rijke betekenisvolle context te plaatsen. Binnen de thema’s creëren we een passende leeromgeving met betekenisvolle activiteiten. Binnen elk thema bieden we zoveel mogelijk afwisseling tussen doelgerichte hoeken en vrije speel/ontdekhoeken. We starten een thema met wat we weten en een vragenmuur die gedurende het hele thema aangevuld mag worden, volgens de methode VierKeerWijzer. We sluiten waar mogelijk aan bij de thema’s van de school en proberen een brug te maken met de Lijn 3 thema’s. Ook proberen we het buitenspel te betrekken bij het thema door buitenspeelgoed mee te nemen dat past bij het thema.

De kinderen leren veel door te spelen, dit past bij de ontwikkelingsfase waar kinderen van 5-7 jaar inzitten. Daarom spelen de kinderen minimaal 3 keer in de week in de hoeken waarbij ze nieuwe dingen ontdekken, ervaren, leren en oefenen. De hoeken sluiten zoveel mogelijk aan bij het thema.

De kernvakken worden aangeboden binnen het circuitonderwijs. Het werken in circuits binnen een groep heeft veel voordelen. Elk kind krijgt aandacht van de leerkracht en kan op zijn niveau aangesproken worden. Op deze manier gaat er zo min mogelijk leertijd verloren. De kinderen werken met een dagplanning waarbij taken worden gegeven op het niveau.

Binnen deze circuits komen we tegemoet aan de bewegingsdrang en behoefte van de kinderen in deze ontwikkelingsfase door bewegend leren zoveel mogelijk in te zetten. Kinderen hebben ruimte nodig. Muziek en ritme spelen een grote rol in het stimuleren van de leesontwikkeling. Ook de sensorische ontwikkeling is hierbij erg belangrijk. Kinderen hebben in deze ontwikkelingsfase een korte spanningsboog, hier wordt rekening mee gehouden door afwisseling aan te bieden. Motorische spelletjes en handspelletjes zijn belangrijke oefeningen om het schrijven en lezen te stimuleren. Het is een goede motorische oefening die meerdere hersengebieden stimuleert, ook een goede visuele oefening. De ogen worden aan het werk gezet! Het gevoel voor ritme wordt aangesproken en het zelfvertrouwen groeit.

De kinderen zitten in de kring als ze niet aan het spelen of “werken” zijn. Dit past bij de ontwikkeling van de kinderen. Daarom hebben we ook zo min mogelijk tafels in het lokaal. De kinderen hebben geen eigen tafel om ruimte te hebben voor de kring, het bewegend leren en de hoeken. De ruimte die we hierdoor krijgen geeft rust en veel mogelijkheden. Hierdoor kunnen we veel verschillende werkvormen toepassen, zoals kleine kringen op verschillende manieren, springend flitsen, activiteiten op de grond, en coöperatieve werkvormen.

Bovenbouw

Halverwege groep 5 zijn kinderen toe aan formeel leren. Dit betekent dat kinderen langer zelfstandig aan een taak kunnen werken en we focus leggen op inzicht en begrip. Alles wat in de onder- en middenbouw is ingeoefend aan basisvaardigheden en kennis gaan kinderen leren toepassen. Daarnaast wordt er verder gewerkt aan zelfstandigheid en eigenaarschap in het onderwijs ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs.

In de bovenbouw werken de kinderen met een weektaak. Hierin staan de taken en doelen voor een bepaalde week. In de weektaak wordt gedifferentieerd op niveau en interesse. Op de weektaak staan taken die door de leerkracht zijn ingepland, maar de kinderen moeten zelf ook opdrachten inplannen voor die week.

In de bovenbouw wordt thematisch gewerkt met de methode VierKeerWijzer. De volgende onderdelen komen hierbij aan bod: aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek. Jaarlijks komen er 4 thema’s aan bod. Binnen het thema krijgen de kinderen leerkrachtgebonden lessen en werken ze zelfstandig of samen aan de themakaarten.
In de bovenbouw krijgen de kinderen Engels en topografie. Met Engels werken we met de methode ‘Join in’ waar met name aandacht wordt gegeven aan de mondelinge taalvaardigheid.
We bieden topografie aan m.b.v. de methode ‘Geobas’.

In de bovenbouw krijgen de kinderen huiswerk. De volgende vakken krijgen ze wekelijks of maandelijks mee naar huis: rekenen, taal, spelling, topografie en Engels. Zo willen we hen voorbereiden op het huiswerk van het VO.
De kinderen krijgen een spreekbeurt en een boekbespreking in de bovenbouw. Dit doen we zodat de kinderen leren presenteren voor een groep. We letten naast de inhoud op de houding en het stemgebruik van de kinderen.

In groep 7 zijn we de kinderen al langzamerhand aan het voorbereiden op het VO. De kinderen krijgen een voorlopig advies in de maand juni. In groep 8 wordt het advies definitief. Dit advies geven we voor de doorstroomtoets. Voor het advies kijken we niet alleen naar de cognitieve ontwikkeling maar kijken we ook naar het sociale-emotionele ontwikkeling en naar de executieve functie van de leerling.

Onderwijs maak je samen

Goed onderwijs dat maak je samen, in dialoog met leerlingen, ouders, collega’s en partners in de omgeving. Wij zien leerlingen en ouders vanzelfsprekend als de belangrijkste partners in het onderwijs: ouders hebben een bepalende invloed op de vorming van hun kinderen. Wij willen samen met ouders een prettig leef- en werkklimaat creëren waardoor kinderen optimaal ondersteund worden in hun leer- en ontwikkelproces. Ouders en school doen dit ieder vanuit de eigen professionele rol, deskundigheid en verantwoordelijkheid.

Ouders van De Parel zijn betrokken ouders en worden zo veel mogelijk betrokken bij het onderwijs, bijvoorbeeld door het voeren van ‘omgekeerde 10-minuten gesprekken’, ruimte voor tussentijdse afstem- of overlegmomenten via onze Parro-app waarmee contact kan worden gelegd met leerkracht, en koffie-ochtenden. Ouders hebben ook een advies en instemmingsrol en nemen deel in de identiteitscommissie en medezeggenschapsraad. Ook faciliteren we ouderavonden rondom bepaalde thema’s die passen bij onderwijs, opvoeding en christen zijn. Bij het opstellen van een specifiek plan voor een leerling worden ouders actief betrokken. De GGD, CorDeo Onderwijspunt, samenwerkingsverband De Eem en wijkteam ondersteunen ons in het vormgeven van een ‘passend aanbod’.